Emelten zijn pootloze, grijsbruine kokervormige larven van de langpootmug. De laatste jaren hebben we in Nederland de meeste schade van twee verschillende soorten. Een langpootmugvrouwtje legt tussen 300 tot 400 eieren per keer. De emelten hebben geen poten en geen duidelijke kop. Emelten kunnen tot 45 mm lang worden.

 

De meest voorkomende soorten in Nederland zijn:

Langpootmug – Tipula oleracea

De Langpootmug Tipula oleracea vliegt in mei en juni en heeft een tweede generatie van augustus tot oktober. De emelten die in september uitkomen overwinteren en zijn niet gevoelig voor vorst.
De eerste generatie emelten veroorzaakt schade in de zomer. De tweede generatie in de late herfst tot mei.

Langpootmug – Tipula paludosa

De langpootmug Tipula paludosa heeft één generatie per jaar en vliegt alleen in augustus en september en heeft een hoge winterhardheid. De emelten van de langpootmug Tipula paludosa kunnen al in december voor schade aan gazons zorgen. De schade gaat door tot laat in de zomer.

Plaagherkenning

Grote schade

De emelten in hoge dichtheid zijn een ware plaag voor het gazon. De diertjes vreten niet aan de wortels van het gras, maar aan het jonge groen. Dit doen ze door vanuit hun holletjes het jonge groen naar beneden te trekken. Het gazon zal hierdoor bruine kale plekken krijgen.
Emelten van de Tipula paludosa (één generatie per jaar) veroorzaken vooral in de late herfst tot mei schade.
Emelten van de Tipula oleracea (twee generaties per jaar) veroorzaken schade in de zomer (de eerste generatie) en in de late herfst tot mei (de tweede generatie).

De emelten bevinden zich in de bovenste twee tot drie cm van de grond, van waaruit ze ’s nachts half uit de grond stekend, aan de planten eten. Bij vochtig zacht weer verlaten ze ’s nachts hun holletjes en kruipen ze over de grond op zoek naar voedsel. De emelten blijven de hele winter aanwezig en gaan bij zacht weer gewoon door met het eten. Wanneer de temperatuur beneden de 5º Celsius komt, komen de emelten niet meer boven de grond. Emelten zijn niet gevoelig voor vorst.

Controle

Hoe kan je het gazon controleren op de aanwezigheid van emelten?
Door bij regenachtige omstandigheden ’s nachts een stuk van het gazon met zwarte plastic af te dekken, kan je ’s morgens vaststellen of er emelten in het gazon aanwezig zijn. De emelten komen dan aan het oppervlak.
Ingrijpen is dan noodzakelijk om verdere schade aan uw gazon te voorkomen.

Emelten kunnen ook voor problemen zorgen in bloemperken en moestuinen, waar zij zaailingen en jonge plantjes doden. In moestuinen vreten emelten ook aan Sla, Kool, Aardappel, Aardbei, Kervel en Peterselie.

Bestrijding

De emelten zijn zeer goed te bestrijden met insectparasitaire nematoden Steinernema spp.
Insectparasitaire nematoden (ook wel aaltjes genoemd – niet te verwarren met schadelijk plantparasitaire aaltjes) zijn microscopisch kleine aaltjes die in symbiose leven met een bacterie. Eenmaal in de bodem uitgezet zoeken ze de emelten op en dringen de emelten binnen. Eenmaal binnen scheiden de nematoden een bacterie af die de emelt doodt. In de dode emelt ontstaat een nieuwe generatie nematoden die op zoek gaat naar nieuwe emelten om ze te infecteren. Insectparasitaire nematoden kunnen niet lang buiten een “gastheer” overleven. Zijn er geen prooien meer, dan sterven de nematoden. Insectparasitaire nematoden komen van origine voor in onze bodem en zijn daarom ook opgenomen in de Flora- en Faunawet als beschermde bodembewoners. Deze aaltjes zijn ongevaarlijk voor mens, dier, milieu en nuttige insecten.

Periode van bestrijding

Emelten kunnen in het voorjaar vanaf maart worden bestreden met nematoden als de bodemtemperatuur tenminste 6 tot 8º C is. In het voorjaar zijn de dagen langer, waardoor de bodemtemperatuur snel op loopt.
Emelten kunnen in het najaar vanaf de derde week van september worden bestreden als de bodemtemperatuur niet lager is dan 8º C .
Bij hoge concentraties emelten is het verstandig ook in de zomer met nematoden te behandelen.